Bewijsmiddelen

Wat zijn bewijsmiddelen?

In de wet staan vijf wettige bewijsmiddelen opgenomen:

  1. De eigen waarneming van de rechter. Denk hierbij bijvoorbeeld aan foto- en videomateriaal die de rechter op de zitting te zien krijgt. Een ander voorbeeld is wanneer de verdachte op een eigenaardige wijze loopt.
  2. Schriftelijke bescheiden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een proces-verbaal opgemaakt door de politie of een rapport van een deskundige.
  3. Verklaringen van getuigen ter zitting. Let op: een getuige mag alleen verklaren over eigen waarnemingen en niet gissen. Een getuige is op zitting altijd tot antwoorden verplicht, tenzij het verschoningsrecht van toepassing is. Een leugenachtige verklaring leidt tot meineed.
  4. Verklaringen van deskundigen op zitting. Een deskundige wordt beëdigd of moet als deskundige geregistreerd zijn in het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen.
  5. Verklaringen van de verdachte ter zitting. Let op: een verdachte is niet verplicht om een verklaring af te leggen. Een verdachte kan ook geen meineed plegen.

Het bewijs moet wettig en overtuigend zijn. Dat betekent dat de veroordeling niet alleen gebaseerd moet zijn op de wettige bewijsmiddelen, maar dat de rechter ook persoonlijk de overtuiging moet hebben dat de verdachte het misdrijf heeft gepleegd. De overtuiging moet worden afgeleid uit de bewijsmiddelen. Dus eerst de bewijsmiddelen en dan pas overtuiging.

Bewijsmiddelen - Problemen met justitie

 

 

Plaats hier een openbare vraag of reactie